Kwetsbare groepen kunnen amper aan een betaalbaar huis komen, eventueel met ondersteuning. Het gaat om kwetsbare ouderen, toegelaten asielzoekers, psychiatrisch patiënten, dak- en thuislozen, en vrouwen in de vrouwenopvang. Zij komen daardoor in nog grotere sociale ellende dan ze vaak al verkeren, stelt een brede coalitie van vijf ministeries, de woningbouwcorporaties, de vier grote steden en een netwerk van veertig (middel)grote steden. Ze vinden het noodzakelijk om op korte termijn maatregelen te nemen, om ergere nood te voorkomen.
In een adviesrapport dat donderdag is gepresenteerd, wijst de coalitie erop dat de maatschappelijke sociale kosten zullen toenemen als er geen goede oplossing komt voor deze aandachtsgroepen. “Een thuis voor iedereen klinkt als een logische wens maar het is een complexe opgave”, stelt voorzitter van de coalitie Bernard ter Haar. Volgens hem moeten het rijk, provincies, gemeenten, woningcorporaties, maar ook marktpartijen “nauw samenwerken” om voor een “passend aanbod van zorg en ondersteuning” te zorgen.
Om tot een samenhangende aanpak te komen, is volgens de betrokken partijen zeker 5 miljard euro per jaar nodig. Dat verdient zich onder meer terug omdat er veel kosten worden bespaard als deze mensen niet verder in nood komen. Ook vindt de coalitie dat gemeenten zeker 30 procent van de woningvoorraad moeten bestemmen als sociale huur. Nu zijn er veel te weinig sociale woningen terwijl de vraag ernaar groot is. Woningcorporaties zeggen dat ze te weinig geld hebben om genoeg sociale woningen bij te bouwen. De tekorten lopen daardoor nog verder op.
Demissionair minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) gaat de kwestie en de aanbevelingen bespreken in het kabinet en met de coalitie. Maar besluiten hierover zijn te nemen door een nieuw kabinet, schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer.