Met een spoedwet wil minister Dennis Wiersma (Onderwijs) regelen dat er voldoende onderwijs is voor vluchtelingenkinderen. Hij wil per 1 augustus tijdelijke scholen mogelijk maken voor deze groep. Dat werkte eerder goed voor kinderen van Oekraïense vluchtelingen.
Kinderen hebben volgens internationale verdragen recht om binnen drie maanden onderwijs te krijgen nadat ze een land zijn binnengekomen. Er zijn nu al scholen voor nieuwkomers, maar die raken volgens de minister vol. “Als we geen extra capaciteit maken wordt het heel ingewikkeld om kinderen binnen drie maanden onderwijs te geven.”
Deze speciale nieuwkomersscholen kampen met verschillende problemen. De instroom is te hoog en neemt vermoedelijk nog verder toe. Klassen zijn vaak te groot en er is een tekort aan personeel. “Het piept en kraakt”, zegt de bewindsman over deze scholen.
Toen tienduizenden Oekraïners vorig jaar naar Nederland kwamen na de inval van de Russen, zijn er tijdelijke scholen opgericht. Daarvan zijn er ruim negentig die in een jaar 20.000 Oekraïense leerlingen aan onderwijs hebben geholpen. Wiersma wil dit model nu ook gaan gebruiken voor vluchtelingenkinderen.
De spoedwet moet het voor scholen en gemeenten mogelijk maken om zo’n tijdelijke school op te richten. Het is de bedoeling dat kinderen daar anderhalf tot twee jaar zitten en dan doorstromen naar het reguliere onderwijs. Het moet geen tweederangs onderwijs worden, benadrukt de minister.
Het wordt lastig personeel te vinden voor de tijdelijke scholen. Daarom wordt er breder gekeken. Bij de Oekraïense tijdelijke instellingen gaven ook Oekraïners les. Wiersma wil ook kijken of zoiets bij de nieuwe tijdelijke scholen kan worden toegepast. Verder wordt ook gekeken naar bijvoorbeeld gepensioneerde onderwijzers.
De ministerraad ging vrijdag akkoord met zijn wetsvoorstel dat nu naar de Raad van State gaat. Pas daarna wordt het openbaar.